Wanneer ouders overlijden aan aids

Wanneer ouders overlijden aan aids.
Aids is een wereldomvattende ramp die ook veel persoonlijk leed veroorzaakt. Samenlevingen, dorpen en gezinnen worden uit elkaar geslagen. Er is gebrek aan medische zorg. Onderwijs wordt steeds moeilijker door gebrek aan leraren. Kinderen worden door de aidsepidemie extra zwaar getroffen. Er zijn inmiddels 13 miljoen aidswezen in de wereld. Kinderen die één of beide ouders hebben verloren en er nu alleen voor staan. Vaak moeten ze niet alleen voor zichzelf, maar ook nog voor hun broertjes en zusjes zorgen. Veel van deze kinderen zijn, via hun moeder, ook zelf geïnfecteerd geraakt met het aidsvirus. Voor hen is goede verzorging en medische begeleiding van levensbelang. Maar daarvoor ontbreekt het geld.

Stichting Watoto Yatima Foundation wil helpen, vooral de weeskinderen uit Tanzania. Want in Tanzania zal een op de drie kinderen één of beide ouders verliezen door AIDS. Dit is een traumatische gebeurtenis. Wanneer de weeskinderen dit beseffen, zullen ze ervaren hoe breekbaar de wereld voor hen is geworden. Niets is meer stabiel of veilig. Wanneer de vader sterft ontstaan er grote materiële problemen. Het schoolgeld kan niet meer betaald worden, er kunnen geen uniformen meer gekocht worden. Er is veel minder geld (of helemaal niets) beschikbaar voor kleren en eten. Kinderen moeten harder werken zowel thuis als op het land. Jongens krijgen ook meer huishoudelijke taken: water en brandhout halen, koken, wassen, etc.

De familie van de vader kan het huis en de landerijen in beslag nemen. Ook gebeurt het dat de moeder wordt weggestuurd. De kinderen worden dan verdeeld over de familie, maar die is niet blij met extra monden om te voeden. Vaak worden zij wel gezien als goedkope arbeidskracht.
Wanneer de moeder sterft betekent dit voor het kind het verlies van de persoon waarmee hij of zij emotioneel het meest verbonden is. Ook de dagelijkse zorg valt bijna helemaal weg. In het gunstigste geval wordt deze overgenomen door bloedverwanten of grootouders. Maar vaak betekent dit dat de oudste kinderen voor hun jongere broertjes en zusjes moeten zorgen. Zonder verzorging belanden deze kinderen vaak op straat, met alle risico's van geweld en ziekte. Vaak worden zij gedwongen om door middel van de prostitutie in hun levensonderhoud te voorzien.

Tanzania wordt bijzonder zwaar getroffen door het AIDS-virus, ongeveer 10% van de bevolking is geïnfecteerd. Momenteel besteedt het land slechts 5$ per inwoner per jaar aan gezondheidszorg en dus zijn anti-retrovirale behandelingen voor zieken onbetaalbaar. In Bukoba, in het noordwesten, is de prevalentiegraad het hoogst (18,4%). Dit gebied wordt beschouwd als de bakermat van AIDS in Afrika en is trouwens een van de armste streken van Tanzania. Veel vrouwen hebben AIDS, maar weten niets over de ziekte en de manier waarop die wordt overgedragen. Het grote aantal kinderen per vrouw en het geven van borstvoeding vergroten het risico van overdracht van moeder op kind, dat momenteel op 25% wordt geschat.

De overdracht van het HIV-virus van moeder op kind zorgt in ontwikkelingslanden voor 5 tot 10% nieuwe infectiegevallen. In deze landen ligt de overdrachtsgraad tussen 25 en 35%. Het virus wordt in de laatste maand van de zwangerschap overgedragen of tijdens de weeën en/of tijdens de bevalling. En ieder jaar komen er miljoenen mensen met hiv bij; met name in de armere landen van de wereld, waar 95% van de mensen met hiv/aids vandaan komt. Het zijn vooral jonge mensen in de bloei van hun leven; de mensen die ook voor het levensonderhoud van hun gezinnen moeten zorgen. Velen van hen zullen hun 35e levensjaar echter niet halen. Een generatie die de economie van een land draaiende moet houden wordt zo weggevaagd. De grootouders en de kinderen blijven over.
Deze kinderen worden zwaar getroffen. Zij hebben één of beide ouders aan deze slopende ziekte verloren. De kinderen worden opgevangen door familieleden of komen op straat terecht. Een deel van hen is zelf ook besmet met het virus. Zij hebben nauwelijks nog een toekomst. Doordat ze voor anderen moeten zorgen hebben ze minder tijd om in de landbouw te werken. Daarom loopt ook de voedselvoorziening gevaar door de aids epidemie. Om dit te stoppen wil de stichting Watoto Yatima daarbij graag helpen. Elk kind dat een kans krijgt, is winst.

INMIDDELS ZIJN ER AL MEER DAN 13 MILJOEN AIDSWEZEN IN DE WERELD.

Aids veroorzaakt veel persoonlijk leed. Tegelijkertijd is aids ook een humanitaire ramp die desastreuze gevolgen heeft voor de samenleving als geheel. Aids is nog steeds niet te genezen en staat voor het overgrote deel van de mensen gelijk aan een doodvonnis. De medicijnen die in het westen gebruikt worden om het virus te remmen, zijn voor ontwikkelingslanden nu nog vrijwel onbetaalbaar.
De wereld koerst af op een ongekend menselijk drama. Vergeleken met natuurrampen - die vaak veel publieke belangstelling én donorgelden krijgen - is aids een stille ramp. Maar wel een ramp die veel meer slachtoffers maakt en individuen, gemeenschappen, landen en continenten treft. Dit kan tot maar één conclusie leiden: we moeten meer doen!
Daarom helpt de stichting Watoto Yatima Foundation. U ook?